dinsdag 17 december 2019

En zij vreesden met grote vreze

Echt een grote frees

Koot en Bie vierden ooit kerstmis aan de Spaanse kust. Dat programma heeft een verpletterende indruk achtergelaten vanwege één zin: "Nooit begrepen waarom ze nou met zo'n grote frees aan het frezen waren." Daarna had ik - buurvrouw - altijd binnenprentjes als tijdens een kerstdienst het kerstverhaal werd voorgelezen en zag ik die herders steeds maar in de weer met grote frezen in de weer. 'En zij vreesden met groote vreeze."
Nu is het bijna kerst en hebben wij - buurman en buurvrouw - zelf zo'n grote gehuurd. Het is nog een hele toer om hem aan de praat te krijgen, buurvrouw kan het sowieso niet en buurman moet er ook eerst flink bij mopperen. Nadat buurvrouw toch de Boels gebeld heeft ("Heeft u de wielvergrendeling al los gemaakt?") gaat hij nog rijden ook. Wat een bakbeest. Hij vreet zich door de grond en zelfs de natte stukken kan hij aan, zonder in het moeras weg te zinken. Appeltje eitje, zo'n frees. Buurman graaft voor de zekerheid een soort loopgraaf langs de tuin, die de volgende ochtend zijn werk al gedaan heeft en de gedaante van een slotgracht heeft aangenomen, het veld ligt er mooi droog bij. Nu gaat buurman voor de diepste stand: het frezen begint op ploegen te lijken. Of het goed en nodig is, weten we niet eens zeker, maar het wordt allemaal lekker rul. 
Vooruit! Nu kunnen we het kerstbomenbos ook wel aan. Daar zijn geen loopgraven, maar wel op bomkraters lijkende gaten waar de kerstbomen in hebben gestaan. De frees gaat nu steigeren en draaien, 250 kg vreet zich in de modder en komt vast te zitten. Muurvast. Buurman is net even extra brandstof halen. Buurvrouw schaamt zich en durft het monster ook niet uit te zetten, omdat ze nu al weet dat ze hem zelf niet aan krijgt. Grote frezen hebben grote nadelen als ze vast komen te zitten in de modder. Dennentakken gaan eronder, hele kerstbomen (afgekeurde), maar vast is vast. Hmmm. 
Gelukkig komt daar buurman al aan. Hij zegt het niet echt, maar het lijkt toch net alsof hij zegt: 'Frees niet, want ziet, ik verkondig u grote blijdschap die heel het volk ten deel zal vallen.' En dat is ook zo, want samen krijgen we hem er wel uit. De frees doet het beter in de soeptuin. Daar worden we blij van en ziet: die blijdschap zal uiteindelijk de hele buurt ten goede komen. Ajeto, nu eerst in een warm bad tegen de spierpijn.

woensdag 11 december 2019

Soep uit Noord: geopend, gedicht

Geopend

Eindelijk was het dan zover! De soeptuin werd geopend. Esther Lagendijk - met wie ik al héél lang door het leven loop - knipte het lint door. "Geopend!" Zoals je ziet op de foto: het hek was nog niet eens helemaal af, vogelverschikkers moesten honden en kinderen eruit houden.

Eindelijk is het dan zover: de soeptuin is gedicht. Een echte buurman en buurvrouw actie. Nog een tiewrap hier, een stukje met de beitel eraf daar, de ene accuboor na de andere werd aangerukt, buurman begon zachtjes te vloeken, schroeven verdwenen in de modder, nieuwe palen werden gehaald en te kort afgezaagd. Maar aan het eind van de dag was het dan zover, zoals je ziet op de onderste foto: met de laatste kram werd het laatste gat gedicht door Buurman, buurvrouw keek toe en droomde al van de volgende stappen: frezen, een afwateringskuil graven, paadjes maken, bedjes uitzetten, koude kweekbakken maken, eindelijk de knoflook planten en voor de soep van de onkruideniers de engelwortel zaaien. "Ajeto buurman!"

Mijn favoriete gedicht is misschien wel dit gedicht van Marijke Boon. De titel: 'Gedicht', ik maakte er speciaal voor de opening een eigen versie van, getiteld 'Geopend'. Pas bij nauwkeurige poezieanalyse blijkt de dubbelzinnigheid en briljantie van Marijkes gedicht, de mijne evenaart dat niet, maar is wel toepasselijker. 

Gedicht                       Geopend

Geopend                      Gedicht
Gedicht!                      Geopend!

Gedicht

dinsdag 3 december 2019

Voed de aarde, dan voedt de aarde jou

Werken tot de zon uit de hemel valt.

Op onze opleiding Stadslandbouw was hèt gesprek van de dag: hoe begin je op een landje dat eerst iets anders is geweest? Ons landje was eerst bouwplaats en dat hebben we geweten (zie vorige blog), maar daarna kwam er een jongen met een graafmachientje, haalden we zelf nog flink wat beton uit de grond, kregen we hulp bij het eruit trekken van kweekgras en rietwortels (bedankt Cindy!) en lieten we een vrachtwagen vol wormenmest aanrukken. Wormenmest? Jawel, in Nederland heb je wormenkwekers, vooral voor de visvangst, die wormen worden gekweekt in humusrijke grond en nadat de wormen dat hebben opgegeten en uitgescheten kan je het kopen als wormenmest. Super fijn, zwart spul. Hashkwekers gebruiken het ook, dus moet het wel werken. We kochten 55 kuub, oftewel 55000 liter. Dat is een grote vrachtwagen vol met een aanhanger erachteraan. Volgens onze docenten véél teveel. In de hashteelt werken ze met zakjes van 10 liter. Maar het leek ons goed om ons grondje meteen een flinke boost te geven.

Een 'normale' boer zou vervolgens met veel tractorgeweld die compost over het land uitrijden, alleen hebben wij geen tractor. We hebben wel kruiwagens, lieve buren met nog meer kruiwagens, een hele hoop scheppen en vrienden en familie. Ouderwets is het nieuwe modern, dus hebben we in één dag zo'n 700 kruiwagens zwart goud uitgereden over het land. Het weer was ongekend prachtig en zonnig, we aten de eerste soep van een pompoen die we ergens anders hadden geteeld en we gingen door tot zonsondergang. Gratis workout, spierpijn inbegrepen. Steeds als we niet zoveel zin meer hadden kwam er een verse ploeg en zetten we nog even de schouders eronder en de beuk erin.

In de hopen wemelde het van de eitjes en jonge wormen, die maken hopelijk gehakt van alle ongewenste zaden en wortels die nog in de grond zitten: ga maar jongens, zet hem op! Voed de wormen, dan voeden zij de aarde en voedt de aarde jou.

woensdag 13 november 2019

Er rijdt een tractor in de soep

"Gaat best goed, toch, buurman?'
En toen... toen was het eindelijk zover. De loonwerker kwam, om de grond klaar te maken voor de tuin. Op dit moment hebben we ons drie jaar verheugd. Wat een mooie machine, stel je toch eens voor dat je dat met de hand zou moeten doen! Buurman had gisteren nog snel even onze tamelijk mislukte uienoogst van illegaal geplante uitjes binnen gehaald en toen kwam ie. Hij had er een oude cultivator achter gehangen om eerst maar eens te kijken wat er zou gebeuren als je die erdoor zou halen. Wat een beest! Een echte John Deer.

"Knal" halverwege het veld breekt een meterslang stuk ijzer van het oersterke apparaat af. Buurman en buurvrouw lopen dan al een half uur mee in het kielzog om boomstronken, stoeptegels, stukken zeil en blokken beton uit de grond te verwijderen. De loonwerker kijkt bezorgd. Erg bezorgd, verontrustend. "Zo wordt het niks, er zit teveel rommel in." We geven hem gelijk, zij het dat we daar niet blij van worden. "Ik zal terug moeten komen met een graafmachine om eerst die rommel er maar eens uit te halen." Dat wordt niet morgen. Overmorgen gaat het ook niet lukken. Zaterdag misschien.

De moed, die eerder deze weken weer vanuit onze schoenen naar boven was gekropen, zakt er net zo hard weer in. De mensen die we klaar hadden staan om zaterdag te helpen compost scheppen, moeten afgezegd "Oh god, de compostman, die moeten we ook afzeggen!" Dat lukt gelukkig. En zaterdag 30 november hebben we allebei niets in onze agenda staan. Ajeto! Dan verzetten we het toch gewoon? Klickmelding gedaan, anders durft niemand te graven. Wat is het toch leerzaam, allemaal. Net zo vervelend als vroeger op school, maar wel net zo leerzaam. Gelukkig heeft de gemeente ineens 90 meter schapenhek over, dat verzacht de pijn.

Wie de 30e kan: we bestellen mooi weer en een alsnog een vrachtwagen wormenmest. Meld je aan! 


donderdag 24 oktober 2019

Boze burgers vs blije boeren

Plaats delict: het stadsdeelkantoor
Er is véél leed in de wereld. Zo ook bij de boze buur die een bezwaar had ingediend tegen de plannen van de soeptuin. Er was een formele hoorzitting over en zowaar mochten wij - buurman en buurvrouw - erbij zijn. Twaalf man zaten er om de tafel en er was een vol uur voor uitgetrokken, de gemeente pakt dit soort zaken serieus op. Daarna zou het nog twee maanden duren tot er een formele uitspraak was, dus best belangrijk voor ons om even zelf in te schatten hoeveel kans dit bezwaar maakt. Boze buur kreeg alle tijd om zijn ongenoegen te uiten, wat allemaal in het geheel niet over de soeptuin bleek te gaan. Was dat even boffen! De zaken waar hij vooral boos over was waren communicatie door de gemeente en beloftes uit 2006. Volgens de aanwezige ambtenaar van bureau vergunningen was dat niet echt relevant voor de vergunning. Omdat het voor hem wel heel erg relevant was werd toch het hele uur vol gemaakt en wenste hij het bezwaar ook niet in te trekken.
Jammer, toch gingen wij als blije boeren weg.

Volgende week nog even oude afspraken en daarna, vanaf 3 november, lijkt het dan toch eindelijk te gaan gebeuren. Laat die vrachtwagen wormencompost maar komen! Eerst het hoge gras eronder werken met een brullend apparaat en dan gaan wel los. Om het te vieren kregen we spontaan 200 oude bamboestokken van een bevriende boomkweker voor de klimbonen en een halve zak knoflooktenen om te planten. Dat zullen we heel stilletjes doen, om niet nog meer overlast te veroorzaken. Dan hebben we daarna nog precies een jaar om de soeptuin van de grond te krijgen, want daarna is de tijdelijkheid alweer afgelopen. Intussen hebben we niet helemaal stil gezeten en zijn er diverse opties op ons pad om daarna of daarnaast verder te boeren.

Heerlijk, daar gaan we dan. Een blije boer is namelijk een boer die aan de slag kan, met zwarte nagels en modderige laarzen. Zulke blije boeren zijn buurman en buurvrouw met ingang van heden.
Hopelijk zitten er in het hoge gras geen nieuwe addertjes.

woensdag 25 september 2019

Stadslandbouw in Amsterdam: niemand had gezegd dat het makkelijk zou zijn

Misschien, ooit?
25 september 2018. Vandaag een jaar geleden. Er was een buurtbijeenkomst en daar werd bekend dat je tijdelijke plannen in kon leveren voor twee jaar op het Sixhaventerrein. Een organisatie zou worden ingehuurd om alles goed te regelen en op elkaar af te stemmen. Buurman en ik maakten dat plan, het soeptuinplan, de organisatie kwam er, ik zou graag vandaag een feestelijke blog schrijven: kijk nou eens, hoe ver we al zijn!
Maar het liep anders. Het bleek één groot leerproces, voor iedereen. Wij wilden best drie dagen in de week tijd vrij houden om twee jaar tijdelijk te tuinieren. Ook toen we ontdekten dat het een project zou moeten zijn zonder verdienmodel. Vooruit dan maar, hier kunnen we tenminste beginnen en dan komt de rest later wel. Wat waren we naïef. Het eerste jaar is al bijna voorbij. Tuintechnisch is het voorbij. Alles wat problemen kan geven gaf problemen, soms schreef ik daar over in dit blog, dat eigenlijk bedoeld was om iedereen te laten weten hoe fijn het is om stadsboerin te zijn. Niet dus. Elke keer hielden we tijd vrij, elke keer voor niets.
"Een tuin voor anderhalf jaar, dat is onmogelijk!" Wij wilden laten zijn dat het toch kan. We maakten vast een pagina op Instagram en facebook, een enthousiatse vriendin van de buurman maakte een logo met een regenboog en een pannetje soep. We verzamelden soeprecepten, maar op de grond mochten we niet.
De vergunning bleek de grootste hobbel. Vergunning, voor een tijdelijke moestuin met éénjarigen op een veld dat al vijftien jaar achter een hek ligt. Niet: we gunnen jullie dit plan en je mag je goddelijke gang gaan, nee, een vergunning moest aangevraagd. En vanwege bezwaren uit de buurt duurde dat en duurde dat.
Na de zomervakanties zouden we dan eindelijk beginnen: not. Het tekenen van het contract werd voortdurend uitgesteld. Toen de vergunningsbezwaarperiode voorbij was op 14 september stonden we te popelen: tevergeefs. Er was iets met de grond. Afgelopen vrijdag: hoera! Er was groen licht wat de grond betreft. Maar meteen na het weekend kregen we alweer zo'n telefoontje 'Ik heb vervelend nieuws.' Dertien dagen nadat de bezwaarperiode voorbij blijkt er tóch een bezwaar te zijn ingediend. Waarom je dat niet meteen hoort? Dat snappen ze bij de gemeente zelf ook niet. Het is er eentje, die zó serieus is dat ze twee maanden nodig hebben om het af te handelen. Het bezwaar en wie het heeft ingediend krijgen we niet te zien. Meestal wordt het ongegrond verklaard, zeggen ze dan. Meestal ja. Maar wij zijn wel even klaar met wachten. Of zoals buurman zegt: "Ik ben er helemaal klaar mee." Want over twee maanden is het eerste jaar van de twee jaar al bijna voorbij. 
"Je mag wel vast beginnen, maar als we het stop moeten zetten moet je het waarschijnlijk wel weghalen." Dan maar liever alles weer on hold. Maar niet om te wachten. We gaan niet meer wachten, maar zoeken. Zoeken naar een echt stadslandbouw project, eentje met een verdienmodel en aarde onder je nagels. En als het licht over twee maanden alsnog op groen springt bedenken we wel hoe we dat gaan combineren met het fantastische andere project dat we dan inmiddels begonnen zijn.
Of die baan, of dat bos. 
We hebben zoveel geleerd, dit jaar, vooral over wat er allemaal niet kan in de gemeente Amsterdam.
Die tuin van één jaar, in december is het vroeg genoeg om daar plannen voor te maken.
Of een tuin voor een half jaar, als er wéér een lijk uit de kast rolt
Of een tuin voor een maand, als het niet lukt om op tijd alles rond te hebben.
Of een dagtuin
We zien wel.

donderdag 19 september 2019

korte uitjes om van te huilen

"Doe maar lekker kort."
Guerilla gardening is géén goede vorm van stadslandbouw, blijkt. De boontjes die we langs het hek plantten en de uitjes langs de sluis: vandaag kwam de man met de maaimachine en "chop, chop, chop." alles lekker kort. Bamboestokjes met rood draad, het mocht niet baten.

Het mocht ook niet, wat we deden. Maar we dachten: dan zien mensen vast een beetje wat er komen gaat. Dat vinden mensen vast leuk. Maar niemand ziet het behalve wij. Mensen parkeren rustig hun auto op de uitjes, honden piesen tegen de boontjes aan, en wij maar braaf slepen met emmers en gieters.

Nee, dit is géén stadslandbouw, dit is gewoon zonde. Op onze opleiding leerden we de zogenaamde 'Chelsea chop' Als je bloemen voor de Chelsea bloemen show (ergens eind mei geloof ik) nog 1x met de heggenschaar afknipt, krijg je er later méér. Wie weet blijkt dit straks het onverwachte effect van deze onbesuisde actie van de man met de motormaaier. een drie keer zo dikke ui. Voor de boontjes mag het niet meer baten: die zijn helemaal verdwenen of tot pulp gemaaid.

Dan zijn wij gráág lachende derde en nemen we patent op de chelsea uienteelt.  Dan is er bij de opening van de Buurthaven toch nog uiensoep, zoals het plan was.

maandag 16 september 2019

Losse schroeven in de soep

Blauwe soep, hoe zou dat smaken?
Misschien, als jij dit leest, is alles alweer in orde. Maar dat is nu nog even niet zo. Het is enigszins gevaarlijk om deze blog te schrijven, maar het is zó veelzeggend voor hoe het gaat, zo'n soeptuin in de stad, dat ik het risico neem. Want het is ook leerzaam.

Wat wel in orde is, is dat de aannemer van de gemeente begonnen is het terrein in te richten "Er komen hier paarden te staan," zegt een vrouw die haar hond uitlaat en ze wijst op het beoogde terrein van de soeptuin, nu nog achter een hek. Van wie ze dat gehoord heeft? Iemand bij de sluis. In die zin werkt het nu al, het Sixhaventerrein komt tot leven en de verbeelding vier hoogtij. Toch ontnemen we haar die illusie en we vertellen haar over de soeptuin. "Kan iedereen die soep dan komen kopen?" Jazeker, dat kan. "Dus geen paarden, ook geen Shetlanders?" Het is duidelijk dat ze die wel had zien zitten.

Wij hebben echter wel iets anders aan ons hoofd dan paarden, want na allemaal diverse raadgevingen over hoe je zo'n woest veld klaarmaakt voor groenteteelt is het nu bijna zover. Er staat een loonwerker op stand by, we moeten nog kiezen tussen een schijveneg, frees of ploeg en we zijn al bijna hekken aan het bestellen. Toch wachten we nog. Want ineens kwam de hele tuin toch wéér op losse schroeven te staan. De vergunning is in orde, dat is het niet. Maar nu keek een zeer hoge ambtenaar met heel veel verstand van grond en moestuinieren nog eens wat beter naar het bodemonderzoek uit maart. Het bodemonderzoek op basis waarvan wij hadden gehoord dat wij onze goddelijke gang konden gaan.

Nog even niet, bleek vandaag. "Ik denk dat het uiteindelijk geen probleem is, want de waarden gaan uit van iemand die zichzelf volledig voedt met alles uit eigen moestuin en jullie verwachten honderd klanten, toch?" Nou ja, eigenlijk 25 per week die een zak komen halen waarvan je voor vier mensen soep kunt koken. "Dat is hetzelfde."

De boosdoener heet kobalt. Een sporenelement, sommige groenten groeien beter als ze ermee bemest worden. Het zit in tegeltjes, in glas-in-loodramen, blauwe flessen en soms in oude as. Planten zijn gek op kobalt, dus als het in de bodem zit gaan ze het meteen flink opnemen. "Op één of andere manier zit het in de bodemmonsters. Een klein beetje maar, maar je weet nooit hoeveel een plant ervan opneemt."  Moestuinieren in de binnenstad van Amsterdam zou deze deskundige ten stelligste afraden. "Dat is één grote gifbelt." Hier aan de sluis valt het erg mee. Alle waarden zijn super veilig.
Behalve dus die ene.

Het is een leuk idee, groenteteelt op braakliggende grond in de stad, maar die grond is dus nu ineens heel glibberig onder onze voeten. Gelukkig is de gemeente voorzichtig. Want wij willen alleen maar soepgroente kweken als het helemaal-zeker-te-weten veilig is voor onze soep-eters. Er wordt over alternatieven gesproken, maar die zien we niet zitten. Een groot zeil en daarop honderden kuub schone grond willen we niet, al helemaal niet voor een jaar. Of nog gekker - wat een heleboel mensen al hebben aanbevolen - bakken. Hoe onduurzaam wil je het hebben? Een boom kappen, verslepen, met grote machines verwerken, volstorten met aarde die beter ergens anders had kunnen blijven, alles in een vrachtauto op diesel naar de tuin rijden en er dan tien preitjes in zetten. Wij vinden dat best raar.

Daarom wachten we. Op groen licht. Of is het in dit geval toepasselijke om te zeggen: op blauw licht? Volgende week weten we meer. Of misschien al morgen. "Zo snel mogelijk," belooft de expert. Waardoor we niet bepaald rustig gaan slapen.

dinsdag 3 september 2019

Zilte teelt in een Tuin aan Zee

als alles nog mogelijk is in de tuin

Soms is het echte leven onwaarschijnlijker dan een verzonnen verhaal. Zo bedacht ik bijvoorbeeld jaren geleden al om mijn verhalenbedrijf een mooie en poëtische naam te geven: 'Tuin aan Zee.' Ik had een tuin, vlakbij het IJ. Dat was vroeger de zee, dus zodoende. Niet wetend dat ik nu, anno 2019 druk bezig zou zijn om in het echte leven erachter te komen of er soepgroenten zijn die je water kunt geven met brak water. Want dat zeewater is nog helemaal niet weg uit het IJ, ook al zijn er al meer dan honderd jaar dijken en sluizen om het tegen te houden. Zeker als het buiten lang droog is, en dus wanneer je groente water moet geven, is het water in het IJ, de sluis en ook in het Noord-Hollandsch kanaal vlak achter de sluizen behoorlijk zilt. Soep smaakt lekker met een beetje zout, maar groeiende groenten houden er niet van. En die hebben al snel tien liter water per m2 nodig. Elke week. Helaas bleek het Texelse bedrijf dat alles weet van zilte teelt failliet, net nu we ze nodig hebben.

Onze soeptuin, die nu nog een imaginaire tuin is, wordt ondertussen steeds werkelijker. De kans is groot, dat we vanaf 14 september paadjes kunnen gaan trekken en bedjes klaarmaken. Heel groot. Dan moeten we ook een waterplan maken. Gelukkig kwam ik de 'Rainwinner' tegen,  een nieuw soort regenton waarin je met gemak 3 kuub regen op kunt slaan en die je opbouwt als een lego muurtje. Meer een regenschutting, dan een regenton. Die willen we. De regen is weliswaar nogal denkbeeldig, want in de verste verte is nu alleen nog maar één klein dak te vinden, en daar mogen we misschien niet eens de regen van opvangen. Maar er is hoop, want vlakbij komt ook misschien een klein cafeetje, en een huttenbouwplaats voor kinderen. Als we die nou een vragen om regenvangers te bouwen. Of we bouwen een waterontziltingsfabriekje. Of...

Nu alles nog mogelijk is en alles nog verzonnen kan worden bedenken we dit soort dingen.
Misschien komt het echte water straks uit de kraan. Een beetje jammer, maar in het echte leven moet je soms je verlies nemen. Alleen doen we dat nu nog niet: weet je een wateroplossing, kom!
Bietjes, zegt iemand net. Die schijnen wat zout in het sproeiwater lekker te vinden. Maar welke bietjes en hoeveel zout? Ja, dat wist die persoon dan weer niet.

donderdag 22 augustus 2019

Worteltjes uit de aarde zijn vies, ik wil ze uit een zakje

Bah, er heeft grond aan mijn worteltjes gezeten.

Waar gebeurd: een meisje van twaalf houdt erg van worteltjes, dus tante koopt een bos peen op de markt. Ze haalt het loof eraf, wast ze en zet ze op tafel, maar nichtje eet ze niet op. "Daar heeft grond aan gezeten, die zijn vies."

Dit voorbeeld  werd gegeven in een lezing over onze 'voedselomgeving' en hoe die van invloed is op ons eetgedrag. Als je nog nooit hebt gezien dat alle worteltjes in de grond groeien, als jouw voedselomgeving bestaat uit schoongespoelde groente uit plastic zakjes en als je moeder als er iets op de grond valt zegt: 'gooi maar weg, het heeft op de grond gelegen.' dan is het niet raar als je geen worteltjes uit de grond wil.

In de lezing waren de worteltjes trouwens een gunstige uitzondering. In de 'voedselomgeving' van de meeste mensen zijn 1 euro reclames voor maxizakken chips, hamburgers en pizza eerder de norm. En dat was voor mij ineens een 'eureka' moment. 

Want ik heb soms moeite om uit te leggen dat we niet met het idee van de soeptuin begonnen zijn omdat wij, buurman en buurvrouw,  iets leuks te doen willen hebben in onze vrije tijd, maar omdat wij werkelijk geloven in de waarde van stadslandbouw aan de Sixhaven. Aan het telen van soep, van zaadje tot bord. En het woord 'voedselomgeving' gaf mij ineens hét argument. Het gaat niet om de honderden kilo's die we daar kunnen telen, hat gaat niet alleen om een fijne plek, waar mensen lekker bezig kunnen zijn in het groen, het is niet zomaar een experiment voor een alternatief teeltplan. Het is een voedselomgeving. Na de vreetstraat achter CS, steek je het IJ over en daar kan je soep halen van seizoensgroenten die je voor je ogen ziet groeien, die je zelf uit de grond mag trekken, die àlles in zich heeft wat de voedseltransitie toejuicht en die ook nog eens super lekker is. 

Wortelsoep met worteltjes uit de grond, spinaziesoep met spinazieblaadjes, pompoensoep van dikke grote pompoenen òp de grond, courgettesoep van doorgeschoten courgettes die in de Albert Heijn afgekeurd zouden worden. 

We hebben ook net gehoord dat we vanaf veertien september eindelijk de tuin mogen inrichten. Dan is er drie jaar braakliggend terrein geweest. Drie jaar ambtelijk overleg, plannenmakerij, vergunningengedoe en mogen we in één jaar bewijzen dat je er soep van kunt koken. Dat is wat je noemt: een uitdaging. We gaan ervoor, want van plannen kan je niet leven, van soep wel.



donderdag 18 juli 2019

Amsterdamse zilte soepuitjes.

Foto Michel Olden
We hebben besloten dat ons lapje grond daadwerkelijk een proeflapje zal worden.
Omdat er nog steeds een zak met 10kg plantuitjes te wachten lag in mijn bijkeuken hebben we nu al een experiment uitgehaald: kan je uitjes drie maanden laten liggen en dan half juli alsnog planten? Alle internetdeskundigen en lesboeken hebben het vooral over vervroegen van de teelt, over onze interesse naar laat planten is weinig te vinden, onder normale omstandigheden staat de tuin dan vol en groeit alles lekker.

Tien kilo uitjes, dat zijn er misschien wel 2000. Waarvan minstens 1 kg inmiddels aan het schimmelen en uitdrogen is, als je erin knijpt zit er geen fut meer in. Wat gaan we testen?

  1. Kan je uitjes die al een tijd klaarliggen nog planten na half juli en hoeveel komen er dan op?
  2. Kunnen uien groeien zonder enige vorm van mest of compost, op schrale en zanderige bouwgrond? De grelinette, spitvork, hak en onze spierballen komen eraan te pas om een strookje grond vrij van riet en kweekgras te maken en zo een plantbed voor te bereiden
  3. Hoe dicht kan je plantuitjes naast elkaar zetten? Best zwaar werk, we willen het in één middag af hebben, dus zetten we ze dicht naast elkaar, die uitjes. We zien wel, bovendien zitten er vast méér tussen die het niet zo goed doen, dan hebben de buren meer ruimte
  4. Als je géén hek gebruikt, kan je dan een bedje met uitjes gewoon planten zonder dat honden ze opgraven, konijnen ze opeten of vissers en passanten ze ongevraagd gaan oogsten? Daar leeft veel angst over, wij zijn niet zo bang. 
Hè, wat is dit lekker. We voelen ons net echte boeren, al helemaal als van over de sluis de familie van buurman aan komt met een mandje met koekjes en een thermoskan koffie. Zo willen we leven.
Tenslotte komt Buurman nog met het beste idee, tijdens de pauze "Wat nou als we meteen testen of ze het ook doen met brak water uit het kanaal?" Briljant, dan weten we dat ook meteen. We hebben dat water namelijk onderzocht, en het lijkt drie keer zouter dan leidingwater. Een echte groenteteler zou het daarom nooit gebruiken, maar het ligt er, gratis en dichtbij. Dus vanaf morgen krijgt de ene helft kanaalwater, en de andere helft leidingwater, die we zelf van over de sluis met gieters moeten aandragen. We zijn benieuwd! Misschien ontdekken we zo de eerste Amsterdamse zilte soepuitjes, zout toevoegen niet nodig.

Foto Nancy Wiltink

vrijdag 5 juli 2019

Zandtaartjes en prairiegras

Mensen eten geen gras, helaas
De soeptuin ligt even helemaal stil en het terrein waar het allemaal moet gebeuren dus ook. Alhoewel stil? Nee! Er ligt een fascinerende prairie, aan de overkant van het kanaal, aan de Sixhavenweg. De honderden mensen die er dagelijks doorheen banjeren hebben er waarschijnlijk weinig oog voor, maar waar ter wereld kan je midden in de stad waarnemen wat de natuur doet als je helemaal niets doet?

Op het gestorte zand (schoongrondverklaring aanwezig) groeien halmen zacht wiegend prairiegras. Als kind deden we dan twee halmen in de mond van een vriendje en dan vroegen we: 'Hou je van rijst?' Ongeacht het antwoord trokken we aan de halmen, zodat de zaadkorrels los in je mond kwamen. Bij 'Nee' was de respons 'Vies hè?' Bij 'Ja' was het antwoord 'Jij liever dan ik.'

Het jammere is dat mensen geen gras eten, anders zouden we nu heerlijke grassoep staan te koken aan de overkant. Eiwitrijk, volle korrels, mooi droog. Té droog, dat zien we ook. De natuur geeft het langzaam op en trekt zich terug onder de grond. Het zand stuift in het rond. Zandtaartjes bakken, dat is ook nog een optie. Achter het hek - waar straks de soeptuin komt, maar waar we nu absoluut niet mogen komen - doet het gras het nóg beter. Dat is een fijne voorbode voor volgend jaar.

Grasmaaien? Noooooit van gehoord. Het is eeuwig zonde dat we dit niet zagen aankomen, dan hadden we er meteen een proefproject sojateelt of quinoa van gemaakt, zelfs kikkererwten hadden het misschien best gedaan. Maar nu is het te laat. Nu is het oorverdovend stil aan de overkant. Vlinders vliegen, een konijn hipt voorbij, groene halsbandpapagaaien verdedigen hun nesten, waarom zou je nog een verre vliegreis maken?

Ik pluk een grashalm, steek hem in mijn mond, zoek een schone plek en vlij me onzichtbaar neer in het hoge gras. Niet verder vertellen: anders zetten ze hier straks nog IAmsterdam neer, om toeristen te lokken. Mocht het zover komen dan haal ik gewoon de 'Amst' weg en hussel ik de 'er' naar achteren:  Idream, van een soeptuin, dat dan weer wel.

Waar vind je dat, in het centrum van de stad?

donderdag 13 juni 2019

We kunnen niet wachten!

maar het moet wel, wachten (foto Michel Olden)
Moeilijk hoor, wachten als je met een soeptuin wil beginnen. Toch moet het. Terwijl buurman Michel al twee karren vol kruiden- en tomatenplantjes heeft opgekweekt en een dak vol basilicum heeft staan, en bij mij de uien ook al aardig beginnen uit te lopen, draaien de ambtelijke molens nog op volle toeren en zit het hek waarachter het allemaal gaat gebeuren nog potdicht.

Wie denkt dat je zomaar even een tijdelijke soeptuin kunt beginnen op een voormalig bouwterrein vergist zich. Er zijn zoveel zaken waar je rekening mee moet houden: is de grond schoon (ja), is ie ook geschikt voor groenteteelt (nee, niet zomaar), kan je met een vrachtwagen compost bij het landje (misschien wel/misschien niet), zijn alle vergunningen in orde, kan je bij water, kan je je spullen ergens opruimen, wie betaalt de loonwerker. Buurman en ik geven de moed niet op, maar het wachten valt zwaar. De soeptuinsoep in 2019 komt misschien wel uit een blikje of zakje. Ook lekker en Honigh (uit Zaandam, dus lokaal) heeft al jaren ervaring met dit procedé. Een fijne kleine plantenmarkt erbij, het kan zomaar gezellig worden.

Hunkerend kijken we naar de overkant, naar het lege land. Door onze wimpers zien we al hoe het kan worden. We zijn blij dat we de winter door kunnen komen zonder soep uit Noord. Gaan we alles dit jaar heel fijn voorbereiden om er in 2020 ècht tegenaan te gaan. Wie heeft er na de zomervakantie zin in groene fitness? Er moeten straks palen de grond in, kruiwagens gekruid, housnippers uigeharkt, randen aangelegd. Best een leuk en sportief werkje.

 

donderdag 30 mei 2019

Te gek Italiaans bonenhek

Nog twintig weekjes wachten...
Al dat gewacht tot we kunnen beginnen met de soeptuin maakt hongerig. Dus had ik toch maar vast doorgepakt en een hele zak biologische borlottibonen gekocht voor 1,59. Die opgekweekt en langs het hek geplant op het 'to be' veldje waar we ooit deze zomer de soeptuin hopen te beginnen. De grond is ondanks de regen keihard en droog, het gras taai, 400 bonenplantjes planten is geen sinecure. Maar zoals vaker heeft het tuinieren in openbaar groen een onverwacht neveneffect. Telkens komen mensen vragen wat ik aan het doen ben, en dat levert leuke gesprekken op. Van mensen die moestuinen eigenlijk zo leuk vinden (maar er zelf geen tijd voor hebben). Met buren die zich afvragen hoe de plannen voor gebiedsontwikkeling opschieten (want geen tijd om zelf naar de informatieavond te komen.) Tja, die avond. Een grote angst van mensen blijkt te zijn dat er toeristen op een fijn groen park afkomen. "Dat mag niet gebeuren." Ergens snap ik hun angst voor Vondelpark-achtige taferelen wel, maar dan komt dat schattige Italiaanse stelletje het veld op, ze zoeken een beschut plekje, wat er niet is. Ik ben net klaar met planten, dus neem ik ze mee naar mijn kant van de sluis. We praten wat, ze pakken hun picknick uit en gaan onder de kastanjeboom zitten "Borlotti beans? But that is Italian!" Ze zijn trots alsof ze de bonen zelf in hun rolkoffer voor me mee hebben gebracht. Hun rommel ruimen ze keurig op, na de picknick. Ik verheug me al op het te gekke Italiaanse bonenhek, met eerst rode bloemen en dan rode peulen. Vierhonderd rode Italianen op het veld, zonder overlast en voorlopig is er niemand die het doorheeft. Dat vind ik dan weer leuk.

donderdag 23 mei 2019

Tomatensoep met popcorn, ooit geprobeerd?

popcorn in de soep, maar dan anders
Alsof we helemaal niet acht weken moeten wachten op een vergunning om met een tuin te beginnen, zijn we al soeprecepten aan het verzamelen. Want hé, er is ook een volgend jaar.

Dus heb ik mijn oude zakjes popcornzaad tevoorschijn gehaald van vorig jaar. Rode, witte en blauwe. Om te kijken of we dat volgend jaar wèl kunnen aanbieden. Het is onze favoriete familiesoep, het recept namen we mee uit Ecuador, waar tomaten en popcorn oorspronkelijk vandaan komen. Tomatensoep kent bijna iedereen, maar weet je wel hoé lekker het is om daar vers gepofte (zoute) popcorn in te strooien? Telkens een handje.

Vorig jaar kwam er niet één maisplantje op. Pas nadat ik de zaadhandel had gebeld werd me duidelijk waarom niet: popcorn kiemt pas boven de 26 graden. Tja, dat is het bij ons zelden in mei. Geen nood, buurman had nog een oude aquariumverwarmingsbuisje en ik een grote speciekuip, daar zetten we twee emmers met compost in en bovenin die emmers zaaide ik de mais uit. Een wonder geschiedde: binnen een week ontkiemde het zaad.

Tomaten telen, dat kunnen we al, zeker als de zomer volgend jaar weer warm en droog wordt. Wat moet er verder in lekker tomatensoep? Beetje ui, beetje knoflook, bleekselderij of gewone, beetje thijm is ook wel lekker, er kan zelfs wat wortel doorheen of prei. Basilicum natuurlijk. Hmmm, ik kan bijna niet een jaar wachten. Nou eerst die popcorn maar eens volwassen krijgen.

Wat voor tomatensoep maken jullie?

vrijdag 17 mei 2019

Seizoensgroente: wat groeit er in de lente?


Ober, er drijft een bloem in mijn soep.

Nu de soeptuin nog even 'on hold' staat, ben ik op mijn stageadres vast een studie aan het maken van lentegroentes voor in de soep van volgend jaar. Weet jij het? Wat er nu, op dit moment, te eten is uit de tuin? Dus zonder kas, zonder vrachtwagens? Wat aten mensen aan groente als het zuurkoolvat leeg was en de laatste aardappels uit de kelder in de soep waren verdwenen?

Toegegeven, ik was het zelf ook een beetje kwijt, toen ik aan de opleiding stadslandbouw begon en toegegeven: er zijn al heel lang wèl koude kassen en platte bakken waarin je al heel vroeg groente kan telen. Maar stel nou dat je die niet hebt, zoals wij straks, op ons veldje, wat dan?

Overal in het land gingen afgelopen weekend tuinen open, waar je de groente zelf kunt zien groeien en kunt kopen. ook de tuin waar ik op dit moment stage loop. Door het rare weer (eerst heel warm, toen koud, en ook droog, té droog) waren sommige planten aan het bloeien geslagen en andere nog veel te klein. Maar ik weet het nu wel en eigenlijk is het ook heel logisch: eerst komen de blaadjes. Dus de spinazie (mijn lievelingsgroente) de paksoi, de sla en veldsla, de raapstelen, het mosterdblad en snijbiet, bieslook, lenteui en sterrenkers en -wat ik nog nooit gegeten had - je kan ook lenteknoflook in bosjes kopen, gewoon vroege knoflook eruit trekken en hoppa. Kiemgroente, daar is het ook helemaal de goede tijd van het jaar voor. De meest bijzondere die ik gegeten heb waren kiemende beukennootjes. Heel makkelijk zelf te kweken als je een beukenboom in de buurt hebt: in de herfst blad en nootjes op één hoop vegen, kippengaas erom, en in het voorjaar de kiemende nootjes eruit pikken. Maar wat van al dat lekkers is ook lekker in de soep? Niet veel, spinazie...

Toen bedacht ik dat je óók buiten in de tuin kunt kijken en 'wild' oogsten: verse lindeblaadjes door de sla (geprobeerd, taai en smakeloos), madeliefjes op je soep (vooral leuk), sommige mensen vinden paardenbloemblad lekker (ik niet) en roomse kervel maakt een soep van de laatste oude aardappels een stuk smakelijker. Dat dan? In mijn eigen tuin heb ik ook nog jonge brandnetels, zuring, daslook en zevenblad. 'Mevrouw Onkruid'  of 'De onkruideniers' kunnen er vast nog veel meer noemen, en de blaadjes zijn in het voorjaar lekker mals. De RIVM waarschuwt ons wel om niet zomaar elke wildgroeiende groente in de mond te steken: uitlaatgas en vervuilde grond wil nog wel eens letterlijk roet in het eten gooien. Of cadmium. Of kwik. Daarom zijn we blij dat onze grond in de soeptuin wat dat betreft helemaal goed en veilig is bevonden. Wit zand, zonder voedingsstoffen, maar óók zonder gif.

Jeetje, we hebben dus misschien alweer een kans laten lopen. Want brandnetelsoep is heerlijk en die groeien in grote hoeveelheden langs het terrein waar de soeptuin misschien mag komen. Alleen is dat wel dezelfde rand waar de auto's langsrijden en de honden plassen. Vinden RIVM en de gewone mensen misschien toch niet zo'n fijn idee, in hun soep. We wachten daarom nog en laten misschien een randje brandnetel zijn eigenwijze gang gaan op een schone plek aan de rand van de tuin, ook fijn voor vlinders. Wie heeft het lekkerste recept voor zo'n vroeg lente brandnetelsoepje? Gaan we die volgende lente proberen.

maandag 13 mei 2019

Soeptuin in de soep?

Gaan we een hond in de soeppan vinden?
Dit is ook stadslandbouw. Stel je voor: vlak tegenover je huis is vijftien jaar lang een bouwput van de Noord-Zuidlijn. Wanneer ze daar klaar zijn, duurt het nog bijna twee jaar voordat het in onbruik zijnde terrein wordt opgeruimd en de bouwhekken - gedeeltelijk - worden weggehaald. Om precies te zijn: november 2016 is er geen activiteit meer en eind oktober 2018 zijn de hekken weg. Er wordt in mei 2018 achter de hekken wel alvast halfslachtig op het zand wat gras ingezaaid, maar dat wordt niet veel. Begin 2017 is ook al een keer een ambtenaar 'tijdelijk gebruik' aangesteld, maar het is onduidelijk wat die doet en hij verdwijnt in dunne lucht.  

Buurman en ik maken daarom al begin 2018 zelf een plan, de Soeptuin. 3000 m2, soep voor de hele buurt en wij doen dan vanzelf ook het onderhoud, wat nu een heikel punt is. In november 2018 wordt duidelijk (het eerste jaar is dan dus al voorbij) dat er een organisatie aangesteld gaat worden om e.e.a. te stroomlijnen en begeleiden. Zodra we weten wie dat zijn, sturen we onmiddellijk ons plan op. Het zijn fijne mensen, daar niet van, maar om één of andere reden duurt het toch tot half februari totdat we horen dat er max 600 m2 beschikbaar is en geen geld. En tot uiterlijk eind 2020. Buurman en ik besluiten dit als een uitdaging te zien, water bij de wijn, en maken samen voor de opleiding stadslandbouw die we volgen een teeltplan, waar van week tot week in staat wat je moet zaaien of planten om elke week een lekker soepje te kunnen maken. Preisoep, tomatensoep, Italiaanse riboletta, pompoensoep, er zijn héél veel soepen te bedenken. 

Een soepje vanaf eind augustus, want half maart wordt duidelijk dat er eerst nog een ontwerp moet komen, en een vergunning moet worden aangevraagd en dat dat nog eens acht weken kan duren. We blokken de laatste week van mei in onze agenda's, we gaan vast zaad, uitjes, stekjes verzamelen en we zoeken uit wat voor biologische mest of compost we waar vandaan kunnen halen. We zoeken uit wat voor hek je het beste kunt plaatsen tegen de aanwezige konijnen en vragen wat subsidie aan, want van 600 m2 die anderhalf jaar beschikbaar is, is moeilijk een sluitende begroting te maken. Zelfs als we zelf besluiten dat we het als proeftuin doen, dus zonder enige inkomsten. Het ontwerp dat komt is wat saai en blokkerig en van de 600 m2 is inmiddels 540 m2 over, maar vooruit: tempo! 

Helaas willen andere betrokkenen toch liever een ander ontwerp, dus duurt het wéér een week voor het ontwerp is aangepast en de vergunning aangevraagd zou kunnen worden. De maggiplanten en borlottibonen komen mooi op, de 10 kg plantuitjes beginnen onder de tafel in de koude bijkeuken toch al spontaan uit te lopen. Het tomatenzaad komt binnen bij buurman: wel of niet vast voorzaaien?
Dan is er een buurvrouw, die elke dag haar hond uitlaat op het zanderige veldje en die het allemaal véél te veel initiatieven vindt die de open ruimte inperken. Want behalve de Soeptuin zijn er nog vijf. Ze komt in actie en er komt een buurtoverleg. Daar worden héél veel beren op de weg gezien, vooral door andere hondenuitlaters die het veld inmiddels in gebruik hebben genomen: zwervers die tussen de palmkool gaan slapen, te volle prullenbakken, rommel van kinderen die hutten gaan bouwen, hekkerig en hokkerig, te weinig ruimte om met je hond te hollen en het moet gezegd: dat is een dingetje. Maar om dat op te lossen, zouden we wéér zes weken moeten wachten. Dan kan het terrein misschien iets groter, als er geld is voor verlichting en een hek langs het kanaal. Half juli, dan kàn je eventueel nog voorgezaaide palmkool en pompoen uitplanten. Hmmm. Laten we blijven geloven dat het sneller kan. Het dak van het schuurtje van de buurman is nu helemaal groen van de trays voorgezaaide basailicum. Stadslandbouw is helaas ook dealen met hondenuitlaters en andere mensen die normaalgesproken groente in de supermarkt halen. En dat kan elke dag, het hele jaar door, zonder dat het ruimte kost waar je zelf wil lopen.

Eigenlijk hadden we gewaarschuwd moeten zijn door soortgelijke initiatieven: bijvoorbeeld hondenuitlaters in Leiden die de zelfoogsttuin daar flink hebben tegengewerkt. Hondenuitlaters en stadslandbouw gaan slecht samen, want je kunt een hond niet uitlaten tussen de bedden en je wil ook niet dat ze erin gaan graven of poepen. Hoe langer het duurt, hoe langer de hondenuitlaters hun lege veld hebben. Zo hebben we straks misschien nog maar één jaar de tijd, omdat er drie verloren zijn gegaan aan vooroverleg. Goede afspraken vooraf zijn belangrijk maar het zijn wel heel veel uren, terwijl het ook had kunnen gaan over leuke dingen, een fijne plek maken met z'n allen, en niet over hondenpoep en hekken. Toch jammer, te tijdelijk, stadslandbouw is mooi, maar het moet wel kunnen.
We wachten af, of er witte rook komt uit de schoorsteen van de organisatie die alles moet coördineren, die wacht op afdeling vergunningen en afdeling stadslandbouw en afdeling veiligheid en afdeling buurtwerk en afdeling....

Tenslotte zijn er straks heel veel notulen en afspraken, maar zoals de oude indiaan al zei:
'Pas als de laatste vis gevangen is, de laatste boom is omgezaagd en de laatste bonen in de soep zijn gegaan, kom je erachter dat je papier niet kunt eten.' Dan vind je misschien geen groente en kruiden, maar een hond in de pot en dat, terwijl we ècht vegetarische soep wilden koken.

zondag 5 mei 2019

Guerillabonen in de Voortuin van Noord

Ze komen op! - Foto door mezelf dus niet mooi en scherp
Mijn vorige - eerste blog over de soeptuin - riep bij een paar mensen vragen op: waar komt die tuin? Voor mij is dat vanzelfsprekend, want ik kijk al 22 jaar uit op het landje. Het gebied heet nu 'de Voortuin van Noord' , net boven de Sixhaven ligt het veld maagdelijk leeg te zijn. Net naast de sluizen. Deze uitlopende bonen in mijn vensterbank zien het liggen als ze het raam uit kijken. Ze hopen héél erg dat het snel gaat, sneller dan zij kunnen groeien, zodat ze op tijd in de tuin groot mogen worden.

Als ik één ding heb leren waarderen tijdens mijn opleiding stadslandbouw is het wel voorzaaien. De magie van een bak of tray of potje met verse aarde. Vochtig houden, de juiste hoeveelheid licht en de juiste temperatuur en de natuur laat zich gelden. Ik kan inmiddels bijna alle groentes en ook onkruiden herkennen aan de eerste blaadjes, de kiemblaadjes. De eerste echte blaadjes, die daarna komen en er vaak héél anders uitzien, laten dan zien of ik gelijk had. Steeds vaker had ik gelijk.

In dit geval: borlottibonen, de kiemblaadjes zijn de groene halve bonen, dus dat is makkelijk. Gewoon, een zak biologische bonen gekocht voor 1,60 euro, een handje vol voorgezaaid in natte houtsnippers en hoppa! Ze staan in de vensterbank, wat eigenlijk niet zo goed is, maar deze 40 bonen zijn een proefbak, om te kijken of het werkt. Ja dus, binnen een week. De eerste echte blaadjes laten zich sinds vanochtend al zien: puntig en gerimpeld. Oh, wat zou ik ze graag planten aan de overkant, ze groeien nu al met een centimeter of twee per dag. Je ziet het bijna gebeuren. Maar aan de overkant, achter het raam, lopen de honden nog en waait het zand over de kale vlakte. En als ik ze buiten zet, gaan ze misschien helemaal dood, dacht ik, want ik ging een weekje weg en dochterlief - die ik nog niet op groene vingers heb kunnen betrappen - paste op het huis, samen met drie kippen die gek zijn op krabben in bakken met zand. Tuinders kunnen helemaal niet op vakantie, dat blijkt maar weer.

Aan de andere kant heb je dan als tuinder in wording wel iets om naar uit te kijken: hoe geweldig zou het zijn als ze het overleven op de vensterbank, dat ze twaalf centimeter lang zijn als ik straks terug kom?  Dat dacht ik, toen ik vertrok. Ik dacht: Laten we ze dan alvast uitplanten tegen het hek bij de sluis, een beetje guerrilla gardening aan de overkant, in afwachting van geld, vergunningen, mest en grond. Dan weten we ook meteen of broer konijn die ook aan de overkant woont jonge bonenplantjes lekker vindt, of niet. Ik hoop maar dat die honden hem op afstand houden.

Naschrift en na-foto: de bonen zijn mooi verder gegroeid, 29 van de 40 en wel twintig centimeter hoog. Maar toen we thuiskwamen na een week lag er ook een brief dat er eerst een bewonersbijeenkomst moet komen. Dus meer uitstel. Dan kunnen we misschien pas de eerste week van juli beginnen, als alle groente in de Nederlandse moestuinen in de volle grond, zoals dat zo mooi heet,  al kniehoog staat. Intussen vergadert de gemeente vrolijk, maar ook tergend langzaam, verder over kniehoge hekjes en houtsnipperpaadjes. Die kunnen inderdaad wel wachten, de bonen niet. Dus deze tray gaat vandaag nog stiekem geplant worden, tegen het hek dat er nu al staat.







donderdag 25 april 2019

Hoop doet leven

De hoop Parnassia - foto buurman (Michel Olden)

Al een paar jaar zijn we bezig met onze eigen buurt in Amsterdam Noord, want die gaat geheel op de schop, zeggen ze. Wij - bewoners uit de buurt - pleiten voor véél groen.We hopen dat de stad dat ook wil, want, ja, hoop doet leven. Drie jaar geleden begon ik alvast, met een Tijdelijk Kerstbomenbos, twee jaar geleden startte ik samen met een buurman een opleiding tot stadslandbouwer. We hebben allebei al wel een tuin, maar we willen nu ook leren lokaal en gezond voedsel te verbouwen. En het liefst voor de deur, met en vóór de buurt.

Het duurde maar en het duurde maar. Eerst duurde het heel lang voordat de hekken om het voormalig bouwterrein van de Noord-Zuidlijn werden weggehaald en daarna duurde het ook nog best lang voordat er een plan kwam. Wij bleven al die tijd maar zeggen hoe graag we in het kader van de tijdelijkheid een tuin wilden aanleggen en beheren. We namen alvast een soort van bedrijfsnaam aan: Buurman en buurvrouw. En we bedachten dat het niet zomaar een tuin moest worden, maar een soeptuin. Niets vind ik zo symbolisch voor de buurt als het verhaal over de buurvrouw of buurman die buren in Noord een pannetje soep brengt. Voor als het even allemaal niet zo lekker loopt. Zo doe je dat, in Noord. Van hoop alleen kan je niet leven. Dus een tuin met prei, maggiplanten, wortelen en tijm.

Placemakers kwamen, een fijne club, die de opdracht kregen om alle ideeën in de buurt tijdelijk een plek te geven. Een steeds korter tijdelijk, want van de beloofde twee jaar, is inmiddels alweer een half jaar voorbij en - vervelender nog - het zaai en plantseizoen begint ook al aardig op te schieten. Omdat er héél veel plannen uit de buurt waren, kreeg iedereen een klein stuk van het beschikbare veld. Met veel mensen gaat het tempo er al snel uit. Bovendien moet je van alles regelen en aanvragen, want de stad geeft de grond tijdelijk in gebruik, maar verder gaan ze niet. Dus zijn er vergunningen nodig, waterleidingen, paadjes, en wat geld om grond te kopen. Een hele berg grond. Een hoop.

Buurman en buurvrouw deden hun naam eer aan op weg naar de grondbank van de gemeente Amsterdam. De grond op het terrein is niet meer dan bouwzand, wat wij nodig hebben om groente te telen is een lekkere laag tuingrond en mest. Op 550 m2 tuin kan je wel 150 m3 grond kwijt. Die berg blijkt er te zijn, bij de grondbank. Alleen is die grondbank niet zo heel erg makkelijk te vinden. Via fietspaden, busbanen en een aantal U-bochten komen we er. Ajeto! Daar ligt onze berg. 'Parnassia' staat er op het bordje, want hij komt van een bouwlocatie met die naam in Noord. Dat is wel heel mooi, want de bloem Parnassia is op haar beurt weer vernoemd naar de heilige Griekse berg Parnassus, het verblijf van gratie en schoonheid, berg van de muzen, waar deze inderdaad heel mooi bloeiende plant ontstaan zou zijn.

Zo voelen buurman - fotograaf - en buurvrouw - verhalenverteller - zich meteen thuis op deze grond. Nou nog even ergens een lieve suikeroom of suikertante vinden, die ook zoute soep uit Noord wil, want de gemeente wil voor deze hoop grond graag een bergje geld en we moeten ook nog een vrachtwagen ongeveer zeven keer op en neer laten rijden. We denken er nog maar even niet aan hoeveel kruiwagens dat zijn, 150 kuub, want we zeggen steeds stoer: 'Dat doen we zelf' (Voor wie er toch aan wil denken: bijna 2000 kruiwagens). Wij hopen liever. We hopen dat de vergunning snel wordt gegeven om zoveel grond aan te brengen, op groen licht om te mogen beginnen, op helpende handen voor al die kruiwagens en intussen staan beide huizen vol met potjes en trays ontkiemende planten. We hopen dat ze goed opkomen en we kijken een beetje verliefd naar de nu nog kale zandvlakte tegenover ons huis en stellen ons voor hoe die eruit zal zien, straks, als de plantjes er staan. Hoop doet leven, maar er is óók een vaardige tuinder nodig, wat zaad en een aantal voorzaaitrays.