maandag 13 mei 2019

Soeptuin in de soep?

Gaan we een hond in de soeppan vinden?
Dit is ook stadslandbouw. Stel je voor: vlak tegenover je huis is vijftien jaar lang een bouwput van de Noord-Zuidlijn. Wanneer ze daar klaar zijn, duurt het nog bijna twee jaar voordat het in onbruik zijnde terrein wordt opgeruimd en de bouwhekken - gedeeltelijk - worden weggehaald. Om precies te zijn: november 2016 is er geen activiteit meer en eind oktober 2018 zijn de hekken weg. Er wordt in mei 2018 achter de hekken wel alvast halfslachtig op het zand wat gras ingezaaid, maar dat wordt niet veel. Begin 2017 is ook al een keer een ambtenaar 'tijdelijk gebruik' aangesteld, maar het is onduidelijk wat die doet en hij verdwijnt in dunne lucht.  

Buurman en ik maken daarom al begin 2018 zelf een plan, de Soeptuin. 3000 m2, soep voor de hele buurt en wij doen dan vanzelf ook het onderhoud, wat nu een heikel punt is. In november 2018 wordt duidelijk (het eerste jaar is dan dus al voorbij) dat er een organisatie aangesteld gaat worden om e.e.a. te stroomlijnen en begeleiden. Zodra we weten wie dat zijn, sturen we onmiddellijk ons plan op. Het zijn fijne mensen, daar niet van, maar om één of andere reden duurt het toch tot half februari totdat we horen dat er max 600 m2 beschikbaar is en geen geld. En tot uiterlijk eind 2020. Buurman en ik besluiten dit als een uitdaging te zien, water bij de wijn, en maken samen voor de opleiding stadslandbouw die we volgen een teeltplan, waar van week tot week in staat wat je moet zaaien of planten om elke week een lekker soepje te kunnen maken. Preisoep, tomatensoep, Italiaanse riboletta, pompoensoep, er zijn héél veel soepen te bedenken. 

Een soepje vanaf eind augustus, want half maart wordt duidelijk dat er eerst nog een ontwerp moet komen, en een vergunning moet worden aangevraagd en dat dat nog eens acht weken kan duren. We blokken de laatste week van mei in onze agenda's, we gaan vast zaad, uitjes, stekjes verzamelen en we zoeken uit wat voor biologische mest of compost we waar vandaan kunnen halen. We zoeken uit wat voor hek je het beste kunt plaatsen tegen de aanwezige konijnen en vragen wat subsidie aan, want van 600 m2 die anderhalf jaar beschikbaar is, is moeilijk een sluitende begroting te maken. Zelfs als we zelf besluiten dat we het als proeftuin doen, dus zonder enige inkomsten. Het ontwerp dat komt is wat saai en blokkerig en van de 600 m2 is inmiddels 540 m2 over, maar vooruit: tempo! 

Helaas willen andere betrokkenen toch liever een ander ontwerp, dus duurt het wéér een week voor het ontwerp is aangepast en de vergunning aangevraagd zou kunnen worden. De maggiplanten en borlottibonen komen mooi op, de 10 kg plantuitjes beginnen onder de tafel in de koude bijkeuken toch al spontaan uit te lopen. Het tomatenzaad komt binnen bij buurman: wel of niet vast voorzaaien?
Dan is er een buurvrouw, die elke dag haar hond uitlaat op het zanderige veldje en die het allemaal véél te veel initiatieven vindt die de open ruimte inperken. Want behalve de Soeptuin zijn er nog vijf. Ze komt in actie en er komt een buurtoverleg. Daar worden héél veel beren op de weg gezien, vooral door andere hondenuitlaters die het veld inmiddels in gebruik hebben genomen: zwervers die tussen de palmkool gaan slapen, te volle prullenbakken, rommel van kinderen die hutten gaan bouwen, hekkerig en hokkerig, te weinig ruimte om met je hond te hollen en het moet gezegd: dat is een dingetje. Maar om dat op te lossen, zouden we wéér zes weken moeten wachten. Dan kan het terrein misschien iets groter, als er geld is voor verlichting en een hek langs het kanaal. Half juli, dan kàn je eventueel nog voorgezaaide palmkool en pompoen uitplanten. Hmmm. Laten we blijven geloven dat het sneller kan. Het dak van het schuurtje van de buurman is nu helemaal groen van de trays voorgezaaide basailicum. Stadslandbouw is helaas ook dealen met hondenuitlaters en andere mensen die normaalgesproken groente in de supermarkt halen. En dat kan elke dag, het hele jaar door, zonder dat het ruimte kost waar je zelf wil lopen.

Eigenlijk hadden we gewaarschuwd moeten zijn door soortgelijke initiatieven: bijvoorbeeld hondenuitlaters in Leiden die de zelfoogsttuin daar flink hebben tegengewerkt. Hondenuitlaters en stadslandbouw gaan slecht samen, want je kunt een hond niet uitlaten tussen de bedden en je wil ook niet dat ze erin gaan graven of poepen. Hoe langer het duurt, hoe langer de hondenuitlaters hun lege veld hebben. Zo hebben we straks misschien nog maar één jaar de tijd, omdat er drie verloren zijn gegaan aan vooroverleg. Goede afspraken vooraf zijn belangrijk maar het zijn wel heel veel uren, terwijl het ook had kunnen gaan over leuke dingen, een fijne plek maken met z'n allen, en niet over hondenpoep en hekken. Toch jammer, te tijdelijk, stadslandbouw is mooi, maar het moet wel kunnen.
We wachten af, of er witte rook komt uit de schoorsteen van de organisatie die alles moet coördineren, die wacht op afdeling vergunningen en afdeling stadslandbouw en afdeling veiligheid en afdeling buurtwerk en afdeling....

Tenslotte zijn er straks heel veel notulen en afspraken, maar zoals de oude indiaan al zei:
'Pas als de laatste vis gevangen is, de laatste boom is omgezaagd en de laatste bonen in de soep zijn gegaan, kom je erachter dat je papier niet kunt eten.' Dan vind je misschien geen groente en kruiden, maar een hond in de pot en dat, terwijl we ècht vegetarische soep wilden koken.

1 opmerking:

  1. Wat schrijf je toch heerlijk Nancy, maar helaas geen positieve boodschap voor mij :( Fascinerend dat sommige mensen zoveel beren op de weg zien.....Liefs, Sofie

    BeantwoordenVerwijderen