maandag 16 september 2019

Losse schroeven in de soep

Blauwe soep, hoe zou dat smaken?
Misschien, als jij dit leest, is alles alweer in orde. Maar dat is nu nog even niet zo. Het is enigszins gevaarlijk om deze blog te schrijven, maar het is zó veelzeggend voor hoe het gaat, zo'n soeptuin in de stad, dat ik het risico neem. Want het is ook leerzaam.

Wat wel in orde is, is dat de aannemer van de gemeente begonnen is het terrein in te richten "Er komen hier paarden te staan," zegt een vrouw die haar hond uitlaat en ze wijst op het beoogde terrein van de soeptuin, nu nog achter een hek. Van wie ze dat gehoord heeft? Iemand bij de sluis. In die zin werkt het nu al, het Sixhaventerrein komt tot leven en de verbeelding vier hoogtij. Toch ontnemen we haar die illusie en we vertellen haar over de soeptuin. "Kan iedereen die soep dan komen kopen?" Jazeker, dat kan. "Dus geen paarden, ook geen Shetlanders?" Het is duidelijk dat ze die wel had zien zitten.

Wij hebben echter wel iets anders aan ons hoofd dan paarden, want na allemaal diverse raadgevingen over hoe je zo'n woest veld klaarmaakt voor groenteteelt is het nu bijna zover. Er staat een loonwerker op stand by, we moeten nog kiezen tussen een schijveneg, frees of ploeg en we zijn al bijna hekken aan het bestellen. Toch wachten we nog. Want ineens kwam de hele tuin toch wéér op losse schroeven te staan. De vergunning is in orde, dat is het niet. Maar nu keek een zeer hoge ambtenaar met heel veel verstand van grond en moestuinieren nog eens wat beter naar het bodemonderzoek uit maart. Het bodemonderzoek op basis waarvan wij hadden gehoord dat wij onze goddelijke gang konden gaan.

Nog even niet, bleek vandaag. "Ik denk dat het uiteindelijk geen probleem is, want de waarden gaan uit van iemand die zichzelf volledig voedt met alles uit eigen moestuin en jullie verwachten honderd klanten, toch?" Nou ja, eigenlijk 25 per week die een zak komen halen waarvan je voor vier mensen soep kunt koken. "Dat is hetzelfde."

De boosdoener heet kobalt. Een sporenelement, sommige groenten groeien beter als ze ermee bemest worden. Het zit in tegeltjes, in glas-in-loodramen, blauwe flessen en soms in oude as. Planten zijn gek op kobalt, dus als het in de bodem zit gaan ze het meteen flink opnemen. "Op één of andere manier zit het in de bodemmonsters. Een klein beetje maar, maar je weet nooit hoeveel een plant ervan opneemt."  Moestuinieren in de binnenstad van Amsterdam zou deze deskundige ten stelligste afraden. "Dat is één grote gifbelt." Hier aan de sluis valt het erg mee. Alle waarden zijn super veilig.
Behalve dus die ene.

Het is een leuk idee, groenteteelt op braakliggende grond in de stad, maar die grond is dus nu ineens heel glibberig onder onze voeten. Gelukkig is de gemeente voorzichtig. Want wij willen alleen maar soepgroente kweken als het helemaal-zeker-te-weten veilig is voor onze soep-eters. Er wordt over alternatieven gesproken, maar die zien we niet zitten. Een groot zeil en daarop honderden kuub schone grond willen we niet, al helemaal niet voor een jaar. Of nog gekker - wat een heleboel mensen al hebben aanbevolen - bakken. Hoe onduurzaam wil je het hebben? Een boom kappen, verslepen, met grote machines verwerken, volstorten met aarde die beter ergens anders had kunnen blijven, alles in een vrachtauto op diesel naar de tuin rijden en er dan tien preitjes in zetten. Wij vinden dat best raar.

Daarom wachten we. Op groen licht. Of is het in dit geval toepasselijke om te zeggen: op blauw licht? Volgende week weten we meer. Of misschien al morgen. "Zo snel mogelijk," belooft de expert. Waardoor we niet bepaald rustig gaan slapen.

1 opmerking:

  1. Jullie zijn al zover gekomen, een beetje blauw zal toch geen roet in het eten gaan gooien? Houdt de moed erin, het zal goed komen! Hopelijk snel groen licht! Groetjes Wendy Pols

    BeantwoordenVerwijderen