donderdag 30 april 2020

Heermoes en de eerste pogingen tot mulch

Zoek de verschillen
We zijn ontginners, beginners op deze grond. Dan wéét je gewoon dat je met een hoop wilde planten te maken krijgt die zich niet zo 1-2-3 gewonnen geven en dat ze niet weghollen en een stukje verderop gaan groeien. Verderop wordt geen compost gegeven, geen water, niet dat extra handje kippenmest, en bij ons wel. Bovendien zitten hun wortels stevig in de grond en lopen gaat bij wilde planten heel langzaam.

Dus wieden we. Gelukkig samen met een heleboel vreselijk fijne en leuke helpende handen. Nienke zit meditatief tussen de knoflook te trekken. Lisa stort zich op het 'painstakingly' schoonmaken van de aardappelbedden, Michel is aan het microwieden tussen de spinazie, Nancy pakt de erwtentipi's aan samen met Aliet, Tristan en Kyra, Tineke heeft al hele kruiwagens vol de tuin uit gereden. En dan komt ineens overal het heermoes op.

Heermoes kende Buurman al, als plantje waarmee je schimmelinfecties bij andere planten kunt bestrijden. Dan maak je er een soort gier van, want het heermoes is een plant die op schrale gronden opduikt (check!)  en met diepe wortels (check!) mineralen naar boven haalt. Voor buurvrouw was het nog een onbekende.

We hadden het onderling al vaker gehad over onze kale grond, waarom we niet met karton en mulch werken. We zijn bang dat de distels, veldzuring, riet en kweekgras en ook de muizen dan juist oprukken. Maar nu, nu zagen we een kans om er toch eens mee te experimenteren. Dus alle heermoes ligt nu in hoopjes tussen de erwtenstokken te vergaan en voedingsstoffen af te geven. Mocht het toch weer gaan wortelen, dan kunnen we er nu makkelijk bij en kieperen we het alsnog over het hek. Waar het ooit steenkool zal worden, net als de oerheermoes dat deed miljoenen jaren geleden.

En nu we zó goed met wieden bezig zijn gaan we voor het eenjarige onkruid ook maar eens een compostbak maken. Worden we eindelijk een echte tuin. Aanstaande dinsdag gaat het gebeuren, want in de verte is het nog groen genoeg.

Meer over heermoes: https://nl.wikipedia.org/wiki/Heermoes

maandag 27 april 2020

Koningsdag zonder koninginnesoep

Oranje uit de sluis
Langzaam kunnen we gaan dromen van een eerste oogst en dus van een eerste soep, die niet oranje zal zijn, maar groen. Alles is groen op de tuin, de spinazie, munt, bosui, kervel, erwtjes, kapucijners, de eerste palmkool, zelfs de bleekselderij: groen, groen, groen. Alleen bij de ingang lagen vandaag voor koningsdag twee oranje pompoenen, door helpende hand Tineke eigenhandig uit de sluis gevist. Raadselachtig wat ze daar deden en misschien niet fris genoeg om er soep van te maken.
Vandaag werkte buurvrouw met helpende hand Liza een ochtend op de tuin, buurman was ergens een soort van koningsdag aan het vieren, en we hadden het ineens over koninginnesoep. Er moesten drie bedden onkruidvrij gemaakt voor het planten van de courgettes, die buurman overigens eerst nog moet voorzaaien dus we deden lekker koningsdags rustig aan. Net als de rest van Amsterdam, er was bijna niemand op het veld te bekennen naast de tuin. Eén lieve buurvrouw met hond had her en der wat oranje ballonnen opgehangen, wij onze pompoenen en dat was het dan. Wat een mislukt feest.

Gisteren bedacht buurvrouw zich - rijkelijk laat - om misschien dan toch een koningsdagachtige activiteit op de tuin te organiseren. Niet echt met aankondigen enzo, maar gewoon, voor wie er toevallig toch zou zijn en dan met koninginnesoep, desnoods in een thermoskan.
Koninginnesoep is natuurlijk oranje, dus die zou niet uit de tuin kunnen komen, maar bij buurvrouw in de la lagen nog wat Unox zakjes pittige tomatensoep van voor de kerst..
"Nee hoor," wist Liza, "Konninginnesoep is wit, er zit kip in en ei en van die kleine blokjes erwt en wortel." Buurvrouw wist niet wat ze hoorde. Maar Liza heeft natuurlijk gelijk. Dat krijg je ervan, als je koninginnesoep alleen maar uit de verhalen kent, en niet uit het echt.

Toch even opgezocht thuis en blijkt dat we allebei ongelijk hebben: de echte originele 'Potage a la Reine' ziet er wel zo uit als Liza beschreef, romig wit met groene en rode stukjes, maar wordt gemaakt van amandelen, patrijsbouillon waar een laurierblaadje in zit en versierd met granaatappel en pistachenootjes. Voor echte dure Franse koninginnen van voor de revolutie. Het enige van al dat lekkers wat wij ook op de tuin hebben is de laurier, dus de echte koninginnesoep zit er niet in dit jaar.
Die laurier is wel als enige wat gelig, maar dat is wellicht een gebrek aan voedingsstoffen? Morgen even wat biologische kerstbomenmest met lavameel bij de laurier gooien. Of zou het een speciaal ras zijn met gouden blaadjes?

Wie toch een keer wil proberen:. https://coquinaria.nl/koninginnesoep-de-echte/

woensdag 22 april 2020

Corona dilemma's op de tuin


Houdt allen moed
Leven op de tuin bestaat uit zekerheden en onzekerheden en veel dilemma's. Durven we de palmkoolplantjes met die wind wel buiten te zetten? Sproeien, of zijn de druppelslangen voldoende? Zetten we de aardappelen in twee rijen of in drie?
Dat zijn normale onzekerheden voor een tuinder: vogels, rupsen, slakken, hoe reageren planten op de grond, wanneer gaat het weer eens regenen.

Daar is nu een virus bijgekomen en nog meer dan het virus zelf: de maatregelen om het virus in toom te houden. De spinazie en bosui komen mooi op en dat betekent dat we de eerste oogst, op Hemelvaartsdag, waarschijnlijk prima gaan halen. Het recept is al getest met groente van de markt, dat kan met groente uit de tuin alleen maar lekkerder zijn. Hoe gaan we die aan de man brengen? Alle leuke ideeën kunnen niet of mogen niet of zijn onwenselijk. We hadden als kreet "Het leukste uitje van de week" en dan foto's van buurman en buurvrouw tussen de uitjes. Maar wat zegt Rutte? "Maak van het boodschappen doen geen uitje." Dus daar gaat de slogan. Beter is de kreet "Houdt moed", Maar kan je daar soep mee verkopen?

Soep van het vuur, verhalen vertellen, tuinexpedities: het kan allemaal niet. Wat overblijft is de basis: zakken vullen met een recept en kneiterverse soepgroente en die verkopen op de tuin. Komt mooi uit dat we twee hekjes hebben, dus we hebben een ingang en een uitgang en halverwege ons 1,5 meter afstand verkooppunt. Bamboestokken langs het pad om de twee meter. So far, so good. Maar hoe gaan we mensen laten weten dat het zover is? Bijna niemand op straat, geen vanzelfsprekende passanten. Maken we teveel reclame, dan heb je binnen de kortste keren een samenscholing. Rollen mensen vechtend door de groentebedden om de laatste zakken te pakken te krijgen. Maken we te weinig reclame, dan blijft er groente over. Volgens buurman is dat geen enkel risico, overal is de verkoop van lokale groente aan de tuin of van de boer in de lift. Dus dan toch maar een heel klein beetje gedoseerde reclame? Hoe dan?

Lastig, als je niet aantrekkelijk mag zijn en je bent het wel.

zondag 12 april 2020

De voetstap van de tuinder


Een mooie gedachte: de voetstap van de boer is beter dan de beste mest. Waarom? Omdat de natuur zich slecht laat plannen. Je kunt niet op de kalender kijken of in je teeltplan en dan blindelings doen wat daar staat. Soms is het te nat, dan weer te droog, dan is de grond veel eerder opgewarmd dan normaal in maart of gaat het in april nog één keer 's nachts vriezen. Er zijn ongewenste beestjes of vlekken op de bladeren of distels. Natuurlijk weten wij ook wel dat de zogenaamd 'gangbare' boeren heel planmatig te werk gaan. Ze kennen hun land door en door en zijn vaak al begonnen op de boerderij toen ze nog op de kleuterschool zaten. Ze werken op honderden hectares land met een soort toverformules voor het strooien van kunstmest en spuiten met pesticiden en dan gaat het eigenlijk altijd goed, qua kilo's opbrengst.

Voor ons, nieuwe 'boeren' met biologische ambities, in onze Urban Farm van 1000 m2 op een voor ons volledig nieuwe grond,  waar nooit eerder een aardappel groeide, is de voetafdruk van de tuinder een belangrijke succesfactor. Elke dag is één van ons wel in de tuin, ook op Pasen. We ruiken, kijken, voelen. Eerst een rondje, over het ene slingerpad heen, via de andere terug: wat vraagt om aandacht?

We naderen de tuin over de sluisdeuren en ruiken al de snijselderij, noord-ooster wind dus. Dan blijft het vast nog wel even droog en schraal. Het hekje door (Hmm. die sluit niet echt lekker, morgen even naar kijken) Hoe staat de spinazie erbij? Moet die niet nog een beetje aangeaard? En de eigenheimers, kijk nou! Ineens spuiten ze de grond uit. Oei, wel een beetje erg dichtbij het pad gepoot. Gelukkig is het pad van zand, dus we kunnen het makkelijk wat smaller maken. Eindelijk, de kapucijners lijken ook aan te slaan en zijn niet opgegeten door de vogels. De voorraad reserve kapucijners kan naar iemand anders, of tegen het achterhek geplant.

Is de grond echt zo droog dat we alweer water moeten geven, en hoe? Sproeien we de net ontkiemende zaadjes, of druppelen we alleen? We voelen her en der met een vinger of er onder de allerbovenste droge zandlaag nog genoeg vocht in de grond zit. Hé, dat is jammer, een helper heeft met zijn knieën een deuk in het wortelbed gemaakt. Helaas niets meer aan te doen.

Kijk! De kervel slaat aan. Het duurt even, voordat die ontkiemt, maar het is goed gekomen en dankzij het microwieden van buurman zijn ze goed te zien. helaas zien we behalve knoflook ook nogal wat riet opkomen. Toch niet helemaal uitgeroeid. Ai, de rozemarijn die we vorig jaar al hadden opgekweekt heeft het toch niet gered. Eerst verzopen, toen te droog.

Zes bedden waar we nog even niets mee hebben gedaan zijn alweer veranderd in een groene kweek-prairie. Onze vingers jeuken. Maar door die droogte, alweer bijna een maand, zijn we zeker twee uur
per dag bezig met water geven. En we moeten de druppelslangen ook nog beter onder de paden wegwerken. Dan is er ineens weinig tijd over.

Aandacht en een voetafdruk, en hier en daar een blikje kippenmest. Want van bouwzand alleen mag je geen wonderen verwachten en alhoewel we niet alleen in kilo's denken zijn we wel benieuwd hoeveel we eraf gaan halen. Als we goed kijken zien we trouwens elke dag wel een paar kleine wonderen. Dat het lijkt te lukken, met onze tuin, is daarvan de grootste.

zaterdag 4 april 2020

Vrij worstelen met polycarbonaat - buurman en buurvrouw fiksen het


Buurvrouw ontwierp zelf een groentebed met glazen klamboe, een soort couveuse voor planten. Op papier zag het er heel leuk uit. Timmerbedrijf Stadshout leverde het aan als bouwpakket van vers gezaagd iepenhout. Als een echte buurman en buurvrouw begonnen we naar eigen inzicht de boel in elkaar te schroeven, pas toen we onderdelen over hielden namen we contact op en bleek er een bouwtekening via de mail te zijn opgestuurd. Helaas was het kwaad toen al geschied en was niet alles even recht als op de bouwtekening.

Gelukkig hadden we bedacht om geen glas te gebruiken, maar lichtgewicht en hufterproof polycarbonaat tunnelkanaalplaten, die ook nog eens het licht filteren. Bovendien: makkelijk af te zagen. Buurvrouw had flink gerekend om met een minimum aan waste bij de inmiddels opgedoken bouwtekening de juiste breedtes en lengtes te bestellen. Ze zei nog: "we zetten er één in elkaar, dan vinden we vanzelf uit hoe het moet."

Die dag kreeg buurman er zwaar de smoor in, om een beetje op te schieten zette hij alvast de zaag in twee platen, die echter voor het dak bedoeld waren en daardoor hadden we meteen twee dakplaten die te kort waren. "Ik stel voor dat we het oorspronkelijke idee verlaten en de boel gewoon vastschroeven, dit gaat toch niet werken." Buurvrouw deed nog een dappere poging om het wel te laten werken, iets met bamboestokken, maar zelfs een zachte bries blies de platen krom en daarmee uit de voorgefreesde sleuven. Het bloed van buurvrouw zat inmiddels op de steeds lelijker geschaafde dakplaten, die helemaal niet zo makkelijk in elkaar te zetten waren als we dachten. Toen er eindelijk één op dak nummer 1 lag, liet buurvrouw hem even los en waaide hij de hondenspeeltuin in, die achter de soeptuin ligt. Een dieptepunt.

Gelukkig kwam de theeman langs, Hans, die ook nog eens bouwkundig ingenieur is. In no-time bedacht hij een soort houten nietje, dat alle problemen inderdaad oploste. Buurvrouw ging weer aan het rekenen, buurman ging weer vrolijk fluiten, en dankzij de Bouwmaat die al om zeven uur 's ochtends open gaat gingen we met een verse stapel hout gisteren aan de slag. Elke plaat voor de 'muurtjes' moest bijgezaagd. Of twee keer. Of drie keer. Na twee bedden hadden we 'in-ene-keer'- platen, 'Hoe-is-het-mogelijk'-platen 'Hier-snap-ik-niets-van'-platen en 'iets-harder-buigen-dan-floept-ie-er-zo-in'-platen. Daarna was het een fluitje van een cent. De zes bedden staan klaar voor de dakplaten, bedje 1 is zelfs al klaar.

Maar als we ooit eens een echt grote tuin vinden, waar we wel een gewone kas mogen neerzetten, dan gaan we toch voor zo'n lelijke tunnelkas: veel meer m2 voor veel minder werk en kosten. Voor de hobbytuinder die ook zo'n bedje wil: prijsopgaaf beschikbaar, volg vooral de bouwtekening en houdt de waterpas en de bouwhaak bij de hand.