vrijdag 28 februari 2020

Tentenkamp voor verlangende erwtjes

klaar voor de erwtjes
In de tuin van Soep uit Noord zijn we tentenkampen aan het opzetten: één voor de erwten, en één voor de capucijners. We kregen vierhonderd stokken van een bevriende boomkweker en Buurvrouw vindt die tipi's zo leuk staan. De stokken zijn een beetje te glad voor de erwten en capucijners om in te klimmen, dus krijgt elke tipi ook nog een spiraalvormige draad van boven tot onder waar ze zich straks aan vast kunnen houden, als ze beginnen met groeien in de hoogte.

Vooralsnog liggen ze allemaal in een soort supercouveuse in de tuin van buurvrouw: in acht bakken natte houtwol onder glas en de eerste uitlopers zijn al te zien door de ruit. De zorgen voor de pasgeborenen beginnen ook al: nu ligt er nog een glasplaat op, hoe houden we straks de duiven en kraaien ervanaf? Door de tipi te bekleden met vogelgaas, tenminste, zo gaan we het proberen. Eigenlijk moedt het gaas blauw zijn, want dat schijnen vogels te herkennen. Maar blauw gaas maakt van et tipidorp ineens een smurfendorp.

Eerst die vierhonderd stokken de grond in, dat valt nog niet mee. De eerste windproef faalde, tijdens de laatste stormdag stonden ze allemaal scheef. Dus nu rammen we voor de eerste vier stoken van elke tipi met een loden pijp die buurman nog had liggen een gat in de grond, waar ze steviger in staan. Het is even een werkje, maar dan blijven ze  hopelijk overeind staan, de zuidwester komt genadeloos van over het IJ aanwaaien.

Tijdens het timmeren denken we vast aan die prachtig paars en wit bloeiende erwten en capucijners. Hopelijk dromen die uitlopertjes in de bakken er ook vast van en geeft het verlangen ze groeikracht.

donderdag 20 februari 2020

Het water komt


veel teveel
Als er nou één onderwerp actueel is in de wereld èn in de tuin, dan is het water. Teveel of te weinig, that's the question. Terwijl Nederland zich steeds meer begint af te vragen of Nederland te redden is in de komende decennia; terwijl boeren vrezen voor hun oogsten in oververhitte zomers en hun bedrijfsplannen bijstellen; terwijl Rutger Bregman er een heel boekje over schreef https://decorrespondent.nl/hetwaterkomt, maken buurman en buurvrouw zich vooral zorgen over  nu en komend jaar.

Op het ogenblik is er teveel. De tuin ligt op het laagst gelegen deel van een zwaar aangereden bouwterrein, ergo: de waterstroom trekt met regen als een meanderende rivier over het land. En regenen doet het. Dus hadden we soort gracht gegraven net buiten ons hek, op het diepste punt, buurman heeft er bijna zijn rug op gebroken. Dat hielp wel, maar het was gevaarlijk diep, zeker als het vol met water stond. Buurvrouw zag in gedachten al een peutertje dobberen op de gracht. Onze oplossing was: gooi er schelpen in, maar daar was geen budget voor, dus heeft buurvrouw eigenhandig het door buurman uitgegraven puin in kleine stukje gebikt en hebben we de gracht weer dichtgegooid metpuin en zand. Dat hielp niet, de volgende dag stroomde het meteen weer over de beoogde uienbedden. Dus opnieuw de schop ter hand genomen en van het uitgegraven zand dat nog naast de gracht lag een dijkje gebouwd. Dat haalde bij buurman en buurvrouw de beste herinneringen op aan kindervakanties op het strand. Kennelijk hebben we van al die zandkastelen toch wat opgestoken, want stormen Ciara en Dennis met bijbehorende hoosbuien trokken over het land en de regen werd keurig opgevangen en tegengehouden.
So far, so good
Onze grootste zorg is echter: te weinig water in de zomer. We wisten al tijden geleden, toen we met de voorbereidende gesprekken begonnen, dat het een punt zou worden. Daarna kwamen de zomers van 2018 (drie maanden geen regen) en 2019 (droogte, hittegolf met recordtemperaturen) dus het werd alleen maar urgenter. Nou ligt er langs de hele tuin een enorme waterplas - het Noord-Hollands Kanaal - maar helaas: dat kanaalwater is bij droog weer te brak, dus een pomp in het kanaal hangen is geen optie. Een tuin als de onze heeft bij warm en droog weer 10 mm regen'per week nodig, we hebben 1000 m2, dus dat is 10.000 liter water per week. Nou mag het wel ietsie minder, maar niet veel. Dus besloten we het systeem van het naburige kerstbomenbos te kopiëren en 4 duizendliter vaten op het veld te zetten. Gemeentemensen wilden graag dat we regenwater zouden opvangen, goed idee en bij regen is dat geen probleem (zie boven), maar als het droog is, is er geen dak in de buurt, we zouden dan een groot reservoir moeten graven, met alle gevaren vandien - zie angst voor ronddobberende peuters hierboven. Een kraan dus, en leidingwater. Of een put boren? Voor één jaar? En met de kans dat we dan ook op brak water stuiten? Een kraan.

Dat was de situatie een jaar geleden, toen we nog dachten dat twee jaar tijdelijk gebruik ook twee jaar teelt betekende, helaas ging één jaar in rook op aan voorbereidende werken door de gemeente en vergunningen. Bij die voorbereidende werken hoorde géén kraan. Daar hebben we alweer de nodige mailwisselingen over gehad. O.a. met de vraag van de gemeente aan ons of we niet zelf een geul van 200 meter wilden graven door zand en puin. Maar daar had buurman na het avontuur met de slotgracht niet zoveel zin in. Buurvrouw ook niet, trouwens, onze strijd tegen de kweek (zie vorige blog) vreet veel tijd. Inmiddels staan we aan de vooravond van het inzaaien en plantuitjes planten, maar is de kraan er nog niet. Dat betekent dat we ook slangen, aansluitingen en kranen niet kunnen bestellen, want dat hangt nogal af van de kraan die er gaat komen: waar precies en welke. Er is wel een man geweest die een offerte gaat uitbrengen. Buurman zegt: wees blij dat de kraan uberhaupt wordt aangelegd. Buurvrouw vraagt zich af waarom het allemaal zo vreselijk lang moet duren. Ze ziet al doembeelden van net ontkiemende spinazieplantjes die geplet worden tijdens het aanleggen van het watersysteem.

Dan maar oefenen op traditionele regendansen. En bidden, dat schijnt ook gebruikelijk te zijn onder agrariers.

Naschrift 28 feb: februari 2020 gaat inmiddels de boeken in als de natste februari ooit gemeten. Na deze blog hebben we nog extra drainagesleuven in de tuin gegraven en als drainage houtsnippers onder de paadjes aangebracht, we hebben een tweede hofvijver gegraven, het water zakt niet meer weg. De ingang van de tuin krijgt er iets koninklijks door, met vijvers aan weerszijden van de oprijlaan. De kraan is gepland op 11 maart, hopelijk komt dan ook de zon weer tevoorschijn.

vrijdag 14 februari 2020

Het leed dat 'kweek' heet

Antoine st Exupery schreef in zijn beroemde boekje 'De kleine Prins' een belangrijke waarschuwing over het gevaar van apenbroodbomen voor bewoners van asteroiden. Hij stapt even uit het verhaal en waarschuwt de lezer hoe belangrijk het dagelijks uittrekken van de pas ontkiemende apenbroodboomsprietjes is. De tekening erbij van drie reusachtige Baobabs die de planeet totaal dreigen te verpulveren is illustratief. Het heeft gewerkt, ik heb het altijd onthouden.

Verse oogst
Een dergelijk verhaal zouden wij inmiddels kunnen houden over kweekgras (kort : 'kweek'). Het lot van pioniers is dat je eerst de grond vrij moet zien te krijgen van wortelonkruiden, en kweek is een hele taaie. Wij hadden hem eerst ruim 30 cm onder laten werken door de loonwerker. Daarna gefreesd. Daarna kwam het kweek overal op in de tuin, net als de apenbroodbomen van de kleine prins. Gelukkig wel als allereerste, nu dus, in februari.

Vandaar dat we begonnen zijn met het handmatig wegwerken van de pollen ondergrondse kweekwortels, die door onze eerste twee acties zijn ontstaan. Men neme: een grelinette, een spitvork, een drietandige cultivator en een fijne hark. De eerste pogingen, afgelopen dinsdag, samen met vier paar fantastische helpende handen, leverde een aantal mooie schone bedden op, maar helaas bij nadere inspectie was de ondergrondse kweek er nog niet uit. Dus opnieuw en nog zorgvuldiger. Eén sprietje kweekgras dat je er niet makkelijk uit kunt trekken, wijst meestal de weg naar een ondergrondse, ondersteboven gekeerde grote pol. Fascinerend hoe de blaadjes ondersteboven beginnen met groeien en toch weten waar ze heen moeten. Kruiwagens vol komen eruit. We strooien het overal om de tuin heen op de grond, op veilige afstand

Buurman had het gevaar aanvankelijk nog niet zo op de radar, maar toe het sappige jonge groen boven kwam, was ook hij bereid de strijd aan te gaan. Dus nu is het een dagelijks ritueel. Zo'n zes bedjes per dag. Het soort werk waarbij je mooi kunt mijmeren en het gemijmer van buurvrouw gaat over het nut van kweek. Het zijn zulke mooie taaie en lange stengels, je zou er toch stevige touwen van moeten kunnen maken? Of zou het eetbaar zijn? Vast niet.

Lang leve google en de website 'Het kan wèl'. Want daar staat het luid en duidelijk: kweek is ideaal voedsel. https://www.hetkanwel.nl/2013/03/15/onkruid-met-opmerkelijke-eigenschappen-kweekgras/. Je kan er bier van brouwen, brood van bakken, koffie van zetten. Het werkt zuiverend en verse jonge sprietjes zijn heerlijk in de sla. Die kostbare kweek ligt nu overal rond de soeptuin voor het oprapen. Dus, ben je in de buurt van de Sixhavenweg, neem gerust wat mee. Of kom dinsdag op de tuindag verse kweek oogsten. Er is nog genoeg. Wij willen zelf toch liever spinazie en capucijners. Een klein experiment gaan we wel aan: buurvrouw gaat proberen een kweekcake te bakken. Té leuk en misschien ook best wel lekker.