vrijdag 24 januari 2020

Koude mist en houtsnippers

Windstil en mist. Doodstil is het in de tuin. Dan hoor je onder je voeten de Noord-Zuidlijn voorbij komen en weet je weer hoe bijzonder het is: een tuin inrichten op het dak van de metro. Vroeg donker, mist, koud, het is allemaal erg als je binnen zit. Buiten telt alleen het oud-Noorse gezegde: 'Slecht weer bestaat niet, er bestaat alleen slechte kleding.' Dus die doen we niet aan.

Zo grijst het grijs steeds wat grijzer als de middag opschiet, maar ook komt er een frisse jonge man op een grote tractor langs, een Fendt. Zo heet de tractor. Ze zijn bomen aan het snoeien aan de overkant van het kanaal, hij had begrepen dat wij wel wat konden gebruiken. In deze kleding vallen leeftijd en sekse weg, we kijken hoe hij het best om de paaltjes heen een berg houtsnipper af kan leveren. Samen zijn we het snel eens: het kan. Ik wijs de weg, hij rijdt zo beheerst als alleen een vent op een Fendt dat kan.

Dit is de stad waar mensen feesten tot laat in de ochtend, waar hash en pillen normaler zijn dan bier. Toeristen denken dat het zoiets is als de Efteling, een sprookjesbos, maar in werkelijkheid maken we een slingerpad van houtsnippers. Niet omdat we teveel op hebben, maar omdat het poëtischer is dan recht.

Mag een groentetuin ook mooi zijn? Buurman en buurvrouw hebben er wel eens - of eigenlijk: regelmatig - gesprekken over. Buurvrouw vindt mooi belangrijk, buurman praktisch. Dus is het buurvrouw die tot het laatste grijs het slingerpad helemaal afmaakt. En dan maakt buurman toch die foto. Mooi. Een ander woord heb ik er niet voor.

De volgende ochtend brengt de jongen nog vier kiepwagens, een heuvellandschap van gouden bergen houtsnipper. Wat een weelde! Ze hebben gelijk, die toeristen, het is een toverstad.

1 opmerking: